In Jouw Omgeving wordt gebruik gemaakt van een gangbare indeling van het zorgtraject: de korte en de lange cyclus van het primair hulpverleningsproces.
Het primaire hulpverleningsproces bestaat uit een Intake, Behandeltraject (lange cyclus), een Eindevaluatie en Nazorg. Daarna wordt het traject afgesloten en is de cliënt uit zorg.
Lange cyclus
De lange cyclus vindt plaats tussen de Intake en de Eindevaluatie en bestaat uit het opstellen van een Persoonlijk Plan, de Behandeling/Begeleiding (korte cyclus) en een Evaluatie van het Persoonlijk Plan. Afhankelijk van de evaluatie wordt bepaald of het Persoonlijk Plan wordt aangepast en de korte cyclus opnieuw doorlopen wordt of dat de Eindevaluatie en Nazorg kunnen worden gestart.
Korte cyclus
De korte cyclus is de praktische uitvoering van het Werkplan met bijbehorende Werkpunten, ook wel doelen of afspraken genoemd, en Acties door de cliënt. Een geprotocolleerd behandelprogramma kan hier ook onderdeel van uitmaken. Periodiek vinden Cliënt- en/of groepsrapportages en -Evaluaties plaats.
Hulpmiddelen in de korte cyclus
Hier wordt onder andere gebruik gemaakt van diverse basisfunctionaliteiten van Jouw Omgeving.
- Werkplan en/of geprotocolleerde behandelprogramma’s en eLearnings: Jouw Omgeving biedt kant en klare behandelprogramma’s en eLearnings. Daarnaast kan samen met de cliënt een volledig op maat gemaakt Werkplan met Werkpunten en Acties worden opgesteld.
- Rapportage en evaluatie: Periodiek worden rapportages en evaluaties op Werkpunten en Acties gedaan. Op deze manier wordt inzichtelijk hoe de voortgang van de cliënt verloopt. Oók voor de cliënt en aanverwanten zelf. De scores van deze rapportages en evaluaties vallen door naar de Evaluatie Persoonlijk Plan.
- Personen: Jouw Omgeving geeft een overzicht van alle bij de behandeling of begeleiding betrokken personen: vader, moeder, hulpverlener, gedragswetenschapper, etc. Deze personen kunnen een bijdrage leveren aan de korte cyclus van het behandeltraject.
- Communicatie: Via Berichten, Chat en reacties kan er veilig en laagdrempelig gecommuniceerd worden over uiteenlopende zaken: de voortgang van de cliënt, vragen beantwoorden of bijvoorbeeld af en toe een bemoedigend berichtje tijdens een dip sturen.